"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Julien Vandewynckel, de ongehuwde zoon van Henri Leopold (+) en Euphrasie Manie (+), verdient de kost als bakker. Hij is 1,65 meter groot, heeft kastanjebruin haar en een blonde snor. Op 1 februari 1917 treedt hij als milicien in dienst van het Belgisch leger.
Julien wordt als slachtoffer van een ongeval overgebracht naar het Belgisch militair hospitaal van Hoogstade, dat gevestigd is in het Gasthuis Clep. Hij overlijdt daar op 11 januari 1918 aan de opgelopen verwondingen.
Het slachtoffer wordt op 15 januari 1918 begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Oostvleteren.