"Als het god wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles cools, negen uur voor zijn dood
Metselaarsknecht Frans Bel, de ongehuwde zoon van Petrus (Pierre) en Catharina Gaudaen, verdient de kost als metselaarsgast. Hij treedt op 1 augustus 1914 als oorlogsvrijwilliger in dienst van het Belgisch leger.
In het voorjaar van 1915 wordt hij twee keer gehospitaliseerd, onder meer in Leisele. Maar op 11 februari 1917 loopt het goed fout. In Reninge wordt hij door obusscherven geraakt en met een ingewikkelde breuk aan de linkerknie en verwondingen aan de rechtervoorarm en het hoofd wordt hij geëvacueerd naar het Belgisch militair hospitaal van Hoogstade, dat gevestigd is in het Gasthuis Clep. Hij overlijdt er op 14 februari 1917 om 6 uur 's morgen aan zijn verwondingen.
Het slachtoffer wordt op 16 februari 1917 begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Hoogstade.
De familie Bel wordt zwaar getroffen. Jozef, de broer van Frans, sneuvelt op 16 november 1917 omstreeks 1.00 uur in Diksmuide door een obus en wordt op 19 november 1917 begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Oeren. Als eerbetoon aan de gesneuvelde broers is in Grimbergen een straat naar hen genoemd: de Gebroeders Belstraat.
In bijlage vindt u meer info over de gebroeders Bel, verschenen in het boekje "Borght aan hare Gesneuvelden 1914-1918" van auteur Rony Verheulpen. Borght is een gehucht van Grimbergen.