"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Guillaume De Kelver, zoon van Jean en Anne Marie Vandenplas, verdient de kost als voerman. Hij huwt in 1898 met Jeanne De Caey, een weduwe met twee kinderen. Uit dit huwelijk zullen nog vijf kinderen het daglicht zien.
Een van zijn kleinzonen beweert dat bij het uitbreken van de oorlog, het paard van zijn grootvader opgeëist werd door het leger. Omdat hij weigert de bron van zijn inkomsten af te staan, wordt hij verplicht zich in te lijven als "gemilitariseerde" voerman. Zo geraakt hij op 50 jarige leeftijd toch nog betrokken in de oorlog. Op zijn militaire fiche staat hij als "oorlogsvrijwilliger" vermeld.
Op 26 mei 1915 raakt hij zwaar gekwetst. Met een wonde boven de boog van het rechterjukbeen en het gehemelte en bloeding uit de oren wordt hij geëvacueerd naar het Belgian Field Hospital, dat gevestigd is in het Gasthuis Clep in Hoogstade. Hij overlijdt daar op 28 mei 1915 om 4 uur 's ochtends.
Het slachtoffer wordt 's anderendaags begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Hoogstade, grafnummer 123, en op 3 december 1921 plechtig herbegraven op de gemeentelijke begraafplaats van Oudergem. In Oudergem is een straat naar hem vernoemd.