Stille getuigen van de Groote Oorlog
"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Antoon Van Lersberghe, de ongehuwde zoon van Petrus Franciscus en Clementina Bosman, verdient de kost als matroos. In 1915 treedt hij als milicien in dienst van het Belgisch leger.
Er wordt vermeld dat de jongeman op 16 juni 1918 deserteert en bijgevolg niet langer opgenomen is in de getalsterkte van het Belgisch leger. Maar op 29 december 1918 wordt bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Izenberge door majoor Clement Reniés en kapitein-commandant Edouard Maréchal van het Centre d'Instruction aangifte gedaan van het overlijden van soldaat Antoon Van Lersberghe in het huis, nummer 97, op de dorpplaats van Izenberge. De man is door zelfdoding om het leven gekomen.
Het slachtoffer wordt begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Izenberge. Het graf is daar intussen verdwenen.