"Als het god wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles cools, negen uur voor zijn dood
Camille Devroey, de ongehuwde zoon van Joseph en Melania Olemans, treedt in 1911 als milicien in dienst van het Belgisch leger en wordt tijdens de oorlog wederopgeroepen.
Op 1 juni 1916 krijgt hij in Sint-Jacobskapelle een kogel in het hoofd en wordt geëvacueerd naar het Belgisch militair hospitaal van Hoogstade, dat gevestigd is in het Gasthuis Clep. Hij overlijdt daar nog dezelfde dag aan zijn verwondingen.
Het slachtoffer, ook gekend onder de naam Camille Devroye, wordt begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Hoogstade. Daags na zijn overlijden wordt hij tot korporaal benoemd.