"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Jules Masschelein, de ongehuwde zoon van Eduard en Maria Ludovica Depretere, verdient de kost als bakker. Hij is 1,80 meter groot en heeft kastanjebruin haar. Op 20 november 1915 wordt hij door het wervingsbureau in Bordeaux als milicien ingelijfd bij het Belgisch leger. Na zijn opleiding voor mortieren 75 en mortieren Van Deuren wordt hij op 20 mei 1916 toegevoegd aan het 2° Artillerieregiment.
Op 4 november 1917 liggen de Belgische troepen in de Dodengang in Kaaskerke onder hevig Duits mortiervuur. Jules Masschelein wordt er om 15 uur door bomscherven gedood en overgebracht naar het militair dodenhuis in Alveringem.
Het slachtoffer wordt begraven op 7 november 1917 de Belgische militaire begraafplaats van Oeren. Ook zijn strijdmakkers Felix Bastin, August Develter en Corneel Van den Bulck komen bij deze aanval om het leven.
Vader Eduard is eerst gehuwd met Maria Josephina Depretere, die in 1886 overlijdt. Daarna huwt hij met Maria Ludovica Depretere. Uit het eerste huwelijk worden vier kinderen geboren. Ook uit het tweede huwelijk zijn er vier kinderen, waaronder de gesneuvelde soldaat Jules.